woensdag 29 februari 2012

A is voor Android

Wie blogt die blijft. Juni vorig jaar begon ik enthousiast aan mijn blog Where is my mind? Mijn hoofd liep over van de inspiratie en de verhalen vloeiden moeiteloos uit mijn pen. Ik had zelfs een schriftje met losse flodders en ideeën voor nog veel meer blogteksten. Alsof hurricane Irene afgelopen zomer mijn schrijflust had weggeblazen; na thuiskomst uit de USA kreeg ik geen letter meer op papier.

Mijn vader vroeg het met kerst nog: 'Waarom blog je niet meer?'. Ik mompelde iets in de trant van ‘writers block’, maar daarmee nam hij geen genoegen. De schat hield een vurig pleidooi ten gunste van mijn blogtalent. Ik wilde het liefst onder de kerstig versierde tafel vol zoete lekkernijnen kruipen. Mijn zorgvuldig gekoesterde smoezenkabinet ging als vanzelf open. Opvallend hoe makkelijk het ene na het andere waardeloze argument uit mijn met kerstkransjes gevulde mond kwam. Geen tijd. Geen inspiratie. Geen puf. Geen zin. Mijn wangen kleurden niet eens rood na het uitkramen van zoveel lulkoek. Als auteur van vele boeken en artikelen nam vader Groenendijk geen genoegen met deze redenen. Hij betreurde de gang van zaken, ik verspilde mijn schrijftalent. Ik had zoveel te bieden, hij keek altijd weer uit naar mijn stukjes. Een unheimisch gevoel bekroop me. De beste man had me door!

Yummie for the tummie
But the Christmasdinershow must go on! Met een charmante glimlach serveerde ik het onderwerp af en zette een zelfgemaakte chocoladenotentaart met koffiesiroop op tafel. De liefde van de man gaat door de maag, vaders zijn daarop geen uitzondering. Een culinaire list om deze pijnlijke confrontatie uit de weg te gaan. Want hij had wel degelijk een punt. Ik ben dol op schrijven. In mijn hoofd is het nooit stil, die creatieve radars draaien op volle toeren. Maar toch lukte het me niet een nieuw blog te beginnen. De reden? Mijn HTC Desire Z. Voor de mobiele ameubes onder ons: dat is een multimediale smartphone met Android besturingssysteem en niet onbelangrijk: een uitschuifbaar Qwerty-toetsenbord. Reeds in augustus werd het apparaat bij me bezorgd. Ik wist de telefoon in de doos te houden tot zes weken later mijn Tele 2-abonnement afliep. Daarna was er geen houden meer aan.

Mijn HTC: Blogkiller
Deze THC, want zo noem ik 'm liefkozend, schenkt mij ontelbaar veel desire. Ik kan 24/7 internetten, mail binnenhalen van mijn verschillende accounts, Twitteren, mijn Facebook-pagina checken, sms’jes sturen en –oh welk een heerlijkheid!- gratis Whatsappen met leuke emoticonnetjes. Ik lig dubbel om de gekke foto’s die ik met standje ‘vervorming’ maak en download lollige apps van Beavis & Butthead, Catpiano’s en Goggles. Dolle pret! En bellen met die mobi, hoor ik je zeggen. Nee, bellen doe ik er niet mee. Bellen vind ik zò 2011. Net als bloggen. Ik vind het leuker om met mijn telefoon te spelen. Die THC-toetsjes zijn klein, dat typt niet lekker voor breedsprakerige epistels. En ook zo onhandig: niet iedereen in mijn lezersgroep is actief op sociale media. Wie zit er op mijn blog te wachten? Alles is al een keer gezegd op internet. Is dat nou echt zo? Nee natuurlijk! Wie blogt die blijft. Daar kan geen Android phone tegenop.

Ik Jan Cremert (1964)
Ik heb de schrijveritis trouwens niet van een vreemde. Mijn vader schreef als kind al schriftjes vol (zie mijn blog Paardenmeisje) en zat in Rotterdamse schoolkrantredacties van zowel zijn middelbare school als de kweekschool. Als God-vrezende tiener schreef hij in 1964 een fulminerend artikel over de schelmenroman Ik Jan Cremer. Ik las dat boek in 4Havo voor mijn boekenlijst. Ik vond Jan Cremer’s debuut een amusant avonturenboek en nog aardig vlot geschreven ook. Toen mijn vader, inmiddels agnost, het verderfelijke boek uit zijn jeugd op mijn nachtkastje zag, moest ie wel even slikken. Dat duivelse boek van die Amsterdamse heidense belhamel, die opeenhoping van Godslasterlijke zinnen, gebundeld tot een duimendik boekwerk. Hij kon niet nalaten een opmerking te maken over zijn schoolkrantepistel van toen. Zijn kritiek raakte kant noch wal. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg ietwat sarcastisch: 'Heb je Ik Jan Cremer eigenlijk wel gelezen?'. Het werd stil op mijn tienerkamer. Schoorvoetend bekende paps dat ie het boek niet kende, alleen van horen zeggen. In de geest van die tijd en de christen-fundamentalistische kringen waarin hij zich bevond, kon hij niet anders dan een negatieve beschouwing schrijven. De Vreezen des Heeren is het Beginsel der Wijsheid, niet waar? Inderdaad: niet waar! Maar dat is voer voor een ander blog…  

Leestips
Voor wie wil kennismaken met het oeuvre van mijn vader, plaatselijk bekend als prof. dr. L.F. Groenendijk, kan ik deze titels aanbevelen:
* Analytisch filosoferen over opvoeding en onderwijs (Liber Amicorum voor Ben Spiecker, 2004)
* In de leer bij Seneca. Een stoïsch perspectief op levenskunst, onderwijs en opvoeding (pedagogiekonline.nl, 2009)
* De recentelijk door Ahold overgenomen van-alles-en-nog-wat-webwinkel Bol.com verkoopt The Self-Marginalization Of Wilhelm Stekel (Springer-Verlag New York Inc., 2006) niet in de ramsj maar voor de volle mep; een nieuw exemplaar is voor nog geen acht tientjes in jouw bezit! Ter info: Stekel was psycho-analyticus, Sigmund Freud was zijn mentor.